Studie koppelt glucosamine en chondroïtine aan verminderde sterftecijfers
Gepubliceerd op 19 januari 2021 - Laatst bijgewerkt op 05 februari 2021
Laatst bijgewerkt op 5 februari 2021
Glucosamine en chondroïtine worden meestal gebundeld als voedingssupplement, en een nieuwe studie suggereert dat het nemen van deze stoffen het sterftecijfer aanzienlijk kan doen dalen.
Deze bevinding bouwt voort op een eerdere epidemiologische studie die aantoont dat suppletie met glucosamine correleert met een verminderd aantal sterfgevallen door eender welke oorzaak.[1]
Wat zijn glucosamine en chondroïtine?
Glucosamine en chondroïtine zijn beide structurele componenten van het kraakbeen, het weefsel dat de gewrichten opvangt. Elk van hen wordt op natuurlijke wijze in het lichaam geproduceerd, maar ze zijn ook beschikbaar als voedingssupplementen.
Glucosamine is een polysaccharide die voorkomt in kraakbeenachtige gewrichtsweefsels, botten, huid, ligamenten en nagels, en het is betrokken bij de eiwit- en lipidensynthese. Het zit in het vocht tussen de gewrichten, waar het helpt om de wrijving op de gewrichtsoppervlakken te verminderen. Glucosamine is van nature aanwezig in sommige dierlijke weefsels, zoals schelpen en dierlijke botten, en zelfs in sommige soorten schimmels.
Chondroïtine is een minder goed bestudeerde molecule dan glucosamine, maar wordt er vaak aan gekoppeld, omdat uit sommige onderzoeken blijkt dat het ontstekingsremmende eigenschappen heeft. Chondroïtine komt van nature voor in dierlijk weefsel, vooral in de gewrichten en ander bindweefsel. Deze bronnen zijn echter veel lager dan de typische doses die in chondroïtine-supplementen worden gegeven.
Vreemd genoeg is het, gezien het gangbare gebruik voor gewrichtspijn, onduidelijk of glucosamine helpt bij artrose in de knieën of in andere gewrichten. De resultaten van eerdere studies suggereren ook dat chondroïtine niet helpt bij artrose-pijn in de knieën, de heupen of andere gewrichten.
Resultaten van de studie
In de nieuwe studie werd gekeken naar de gegevens van meer dan 16.000 deelnemers die glucosamine en chondroïtine gebruikten, met bijzondere aandacht voor zowel cardiovasculaire sterfte als sterfte door andere oorzaken.[2]
Na controle voor de leeftijd werd de suppletie met glucosamine en chondroïtine gekoppeld aan een vermindering van 65% van de cardiovasculaire mortaliteit en een vermindering van 39% van de mortaliteit door alle oorzaken.
De meest waarschijnlijke reden voor deze grote invloed op het sterftecijfer ligt in de vermindering van de ontstekingen en de daarmee gepaard gaande cytokinen. In een eerdere studie bleek dat het niveau van C-reactief eiwit, een veelgebruikte biomarker voor systemische ontstekingen, in een testgroep die glucosamine en chondroïtine innam met 23% was verlaagd in vergelijking met een placebogroep. Dezelfde studie toonde aan dat de cytokine-activiteit in de testgroep ook significant verminderd was.[3]
De onderzoekers wijzen ook op een andere studie die aantoont dat glucosamine de grootte van lipoproteïne met een lage dichtheid en het vermogen om te binden beïnvloedt.[4] Dit is mogelijk een manier waarop glucosamine de ontwikkeling van atherosclerose alsook de cardiovasculaire mortaliteit kan verminderen.
De resultaten suggereren kortom dat er een sterk verband bestaat tussen de inname van glucosamine en chondroïtine, en de daaruit voortvloeiende afname van de sterftecijfers. Dit is waarschijnlijk toe te schrijven aan een algemene vermindering van de systemische ontstekingen. [5]
Bronnen