Aminozuren: bouwstenen van alle eiwitten
Gepubliceerd op 22 februari 2016 - Laatst bijgewerkt op 19 december 2019
Laatst bijgewerkt op 19 december 2019
In dit artikel leer je wat aminozuren precies zijn, welke soorten er bestaan, in welke voeding ze te vinden zijn en voor welke functie in het lichaam ze belangrijk zijn.
Wat zijn aminozuren?
Aminozuren zijn de bouwstenen van al onze eiwitten. Deze organische verbindingen bestaande uit een centraal gelegen koolstofatoom, een waterstofatoom, een aminogroep en een carboxylgroep.
Ze vormen het basismateriaal waaruit alle levende wezens zijn ontstaan. Alle aminozuren (uitgezonderd twee zeldzame) hebben dezelfde basisstructuur en hebben enkel een veranderlijke reststructuur.
Eiwitten worden opgebouwd door een aaneenschakeling van een hele reeks aminozuren die zich op een welbepaalde manier aan elkaar hechten. Het is een proces in twee stappen: aminozuren komen eerst samen en vormen dan peptiden of polypeptiden.
Soorten aminozuren
In totaal zijn er 20 verschillende soorten aminozuren die aan de eiwitvorming deelnemen. De reeksen aminozuren bepalen de structuur van de gevormde eiwitten. Algemeen bevatten ze de gekende aminozuren: glutamine, glycine, fenylalanine, tryptofaan en valine. Acht van deze, Leucine, Isoleucine, Lysine, Threonine, Methionine, fenylalanine, Valine en Tryptofaan, zijn onmisbaar voor de mens.
Deze essentiële aminozuren kunnen niet door het lichaam worden aangemaakt maar moeten via het voedsel worden ingenomen. Histidine is een aminozuur dat we kunnen beschouwen als semi-essentieel, en dus niet altijd nodig. Tot slot hebben we nog de niet-essentiële aminozuren die door het menselijk lichaam worden gemaakt uit de essentiële aminozuren. We hebben het hier over Asparagine, Alanine, Arginine, Asparaginezuur, Cysteïne, Glutaminezuur, Glutamine, Proline, Glycine, Tyrosine en Serine.
Voeding en aminozuren
Het menselijk lichaam is voor 75% opgebouwd uit met aminozuren opgebouwde eiwitten en ze zorgen voor alle chemische reacties in ons lichaam. Daarom moeten we dagelijks de 8 essentiële aminozuren innemen.
Een tekort aan aminozuren kan aanleiding geven tot ziekte of niet functioneren van ons lichaam. Deze aminozuren kunnen niet opgeslagen worden en moeten dus dagelijks opgenomen worden. Bijna alle voedsel, met uitzondering van vruchten, suikers, vetten en oliën, bevatten genoeg eiwitten om de nodige aminozuren te leveren.
De 8 essentiële aminozuren en hun bronnen
1. Tryptofaan: is de voorloper voor serotonine en melatonine. Het is overvloedig aanwezig in chocolade, haver, bananen, gedroogde dadels, melk, cottage cheese, vlees, vis, kalkoen en pinda noten.
2. Lysine: een lysine tekort kan op haar beurt een tekort aan niacine (vitamine B) veroorzaken en aanleiding geven tot de ziekte pellagra. Het is ook nuttig als behandeling en preventie van herpes. Lysine vindt men in groene bonen, linzen, soja, spinazie en amarant (zit in bruine rijst).
3. Methionine: levert zwavel die het lichaam nodig heeft voor de normale stofwisseling en groei. Methionine vindt men in volle granen, vis en zuivel.
4. Valine: Valine is nodig voor het spiermetabolisme, het weefselherstel en voor het behoud van een goede stikstof balans in het lichaam. Het komt in hoge concentraties voor in het spierweefsel. Voedingsbronnen van valine zijn zuivelproducten, granen, vlees, paddestoelen, pinda’s en soja-eiwitten.
5. Leucine: Leucine stimuleert de spiereiwitsynthese. In tijden van hongersnood, stress, infectie of herstel na een trauma, mobiliseert het lichaam Leucine als bron voor de gluconeogenese (de synthese van bloed suiker in de lever) en bevordert hierdoor het genezingsproces. Leucine zit in cottage cheese, sesamzaad, pinda’s, droge linzen, kip en vis.
6. Isoleucine: is belangrijk om de bloedsuiker te regelen, de spierontwikkeling en herstel, de hemoglobine aanmaak en de energie regeling. Tekorten geven aanleiding tot duizeligheid, hoofdpijn, vermoeidheid, depressies, verwardheid en prikkelbaarheid. Isoleucine haalt men in eieren, vis, linzen, pluimvee, rundvlees, zaden, soja, tarwe, amandelen en zuivel.
7. Threonine: is belangrijk voor de productie van antilichamen en kan omgezet worden in glycine en serine. Tekorten zijn zeldzaam maar veroorzaken huidaandoeningen en zwakte. Voedingsbronnen van Threonine zijn zuivel, rundvlees, gevogelte, eieren, bonen, noten en zaden.
8. Fenylalanine: fungeert in het lichaam als voorloper van hormonen. Stoffen die het centrale en perifere zenuwstelsel activeert. Tekorten zijn zeldzaam maar omvatten een vertraagde groei, lethargie, leverschade, zwakte, oedeem en wondjes van de huid. Fenylalanine zit in zuivel, amandelen, avocado’s, limabonen, pinda’s en zaden.
Vreest men een tekort aan aminozuren bij een zwak spijsverteringssysteem of een moeilijke herstelperiode dan kan men met proteïnen een mooie aanvulling garanderen. Ook aanbevolen voor extra spieropbouw bij sporters en bij heropbouw van de immuniteit na ernstige ziekten.