Beïnvloedt het tijdstip van inname van macronutriënten het risico op hart- en vaatziekten?
Gepubliceerd op 19 augustus 2021 - Laatst bijgewerkt op 21 september 2021
Laatst bijgewerkt op 21 september 2021
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat niet alleen wat we eten, maar ook wanneer we eten het risico op hart- en vaatziekten kan beïnvloeden.
Zo worden het overslaan van het ontbijt en een hoge energie-inname tijdens het avondeten in verband gebracht met het risico op obesitas.
Maar klopt het wel dat de inname van macronutriënten op specifieke tijdstippen het risico op hart- en vaatziekten kan beïnvloeden?
Opzet van de studie
Deze studie onderzocht de verbanden tussen de timing van de inname van macronutriënten en hart- en vaatziekten. De volgende types macronutriënten werden beschouwd:
- Hoogwaardige koolhydraten: volle granen, peulvruchten, hele vruchten, tomaten, donkergroene groenten, en andere rode/oranje groenten.
- Koolhydraten van lage kwaliteit: geraffineerde granen, vruchtensap, aardappelen, andere zetmeelrijke groenten, en toegevoegde suikers.
- Dierlijke eiwitten: onbewerkt rood vlees, bewerkt rood vlees, gevogelte, zeevruchten, zuivel en eieren.
- Plantaardige eiwitten: volle granen, geraffineerde granen, peulvruchten, noten en soja.
- Verzadigde vetzuren
- Onverzadigde vetzuren
De onderzoekers evalueerden het dieet van 27.911 deelnemers aan de National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES)[1] in de periode 2003-2016.
Het doel was om de diner/ontbijtverhouding van elke type macronutriënt te bepalen. Daarbij scoorde een macronutriënt die voornamelijk tijdens het avondeten werd geconsumeerd hoog, terwijl een macronutriënt die vooral tijdens het ontbijt werd gegeten, laag scoorde.
Tot slot werd de voorgeschiedenis van de deelnemers met betrekking tot hart- en vaatziekten beoordeeld aan de hand van vragenlijsten.
Resultaten van de studie
Na correctie voor variabelen (waaronder de totale energie-inname) hadden deelnemers met de hoogste diner/ontbijtverhouding van koolhydraten van lage kwaliteit een hoger risico op angina pectoris en een hartaanval dan degenen met de laagste D:B-verhoudingen.
Evenzo hadden deelnemers met de hoogste diner/ontbijtverhouding van dierlijke eiwitten een hoger risico op coronaire hartziekten en angina pectoris dan deelnemers met de laagste D:B-verhoudingen.
Deelnemers met de hoogste diner/onbijtverhouding van onverzadigde vetzuren hadden dan weer een lager risico op een beroerte dan degenen met de laagste diner/ontbijtverhouding.
De isocalorische vervanging van een portie koolhydraten van lage kwaliteit door hoogwaardige koolhydraten bij het avondeten verminderde het risico op congestief hartfalen met 10% en het risico op een beroerte met 12%.
Evenzo verminderde de isocalorische vervanging van een portie dierlijke eiwitten door plantaardige eiwitten bij het avondeten het risico op congestief hartfalen met 10% en het risico op een hartaanval met 8%.
Conclusie
De meest ongezonde manier van eten betreft de consumptie van veel laag-kwalitatieve koolhydraten en dierlijke eiwitten bij het avondeten. Ook een gebrek aan onverzadigde vetten, plantaardige eiwitten of hoogkwalitatieve koolhydraten vergroot je kans op hart- en vaatziekten.
Opmerking: dit type studie kan geen oorzakelijk verband vaststellen, wat betekent dat de resultaten met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden.[2]
Bronnen
↑1 | 4 augustus 2021, NHANES – National Health and Nutrition Examination Survey |
---|---|
↑2 | 16 juni 2021, Meal Timing of Subtypes of Macronutrients Consumption With Cardiovascular Diseases: NHANES, 2003 to 2016 |