Glucose of bloedsuiker: niet te veel, niet te weinig
Gepubliceerd op 09 april 2016 - Laatst bijgewerkt op 15 februari 2021
Laatst bijgewerkt op 15 februari 2021
Glucose is veruit het meest voorkomende koolhydraat dat we gebruiken om energie vrij te maken. We noemen deze glucose ook wel eens bloedsuiker omdat het via het bloed in het lichaam circuleert alvorens het in de cel gaat deelnemen aan het metabolisme.
We halen onze glucose uit de suikers en zetmeel in de koolhydraten die in de voeding aanwezig zijn.
Bronnen van glucose
Eerst en vooral gaan we het hebben over de suiker zelf. Deze gaat zeer snel opgenomen worden omdat deze als dusdanig kan gebruikt worden. We spreken hier ook wel eens van snelwerkende suikers.
Deze gaan de bloedsuiker direct verhogen en zijn zeer snel opgebruikt waardoor we weer behoefte hebben aan andere suikers.
Anderzijds hebben we glucose afkomstig van het verteringsproces van de koolhydraten uit de voeding. Voedsel zoals rijst, pasta, graan, aardappelen, fruit en groenten zijn hoofdzakelijk koolhydraten.
Deze koolhydraten moeten tijdens de spijsvertering met behulp van enzymen afgebroken worden tot zetmeel en suiker. De vrijgekomen suikers worden in de dunne darm opgenomen waar ze met behulp van de amylase enzymen uit de alvleesklier omgezet worden in glucose.
Dit verteringsproces verloopt trager en geleidelijker, waardoor we gedurende een langere tijd een constante toevoer krijgen van glucose in het bloed. Men spreekt hier dan ook over traag werkende suikers.
Glucosestoornissen
Wanneer de glucoseniveaus in het bloed niet meer constant blijven, kunnen er ernstige problemen optreden zoals het krijgen van diabetes. Om gezond te blijven moet zowel de spijsvertering als de alvleesklier optimaal blijven functioneren.
In normale omstandigheden kan ons lichaam het ideale niveau handhaven, door het teveel aan glucose op te stapelen als glycogeen in de lever en in de spieren. Op elk niveau kunnen problemen voorkomen en het evenwicht verstoren.
Er kan een tekort aan bloedglucose of hypoglycemie ontstaan alsook een teveel aan bloedglucose of hyperglycemie.
1.Hypoglycemie of te weinig glucose in het bloed
Wanneer het glucosegehalte in het bloed lager wordt dan 50 mg/dl spreken we van een Hypoglycemie of gewoonweg Hypo. Deze kan plots optreden zonder enig voorteken. Toch zijn er een aantal symptomen die deze Hypoglycemie kunnen voorafgaan zoals:
- concentratie stoornissen
- nervositeit
- niet meer kunnen drinken
- hoofdpijn
- angst
- hartkloppingen
- overmatig transpireren
- dubbel zicht
- vermoeidheid
- zwakte
- misselijkheid en uiteindelijk in laatste instantie een Hypoglycemisch coma.
De oorzaken van een laag glucosegehalte in het bloed kunnen variëren van persoon tot persoon. Te weinig eten, langdurig braken en diarree bij diabetes patiënten die medicatie nemen.
Kinderen en volwassenen met een leverprobleem waarbij onvoldoende glycogeen wordt opgestapeld. Alsook mensen met anorexia nervosa die dwangmatig voedsel weigeren.
2.Hyperglycemie of teveel glucose in het bloed
Buitensporig hoge glucoseniveaus, hoger dan 110 tot 180 mg/dl bij een nuchter persoon, noemen we een hyperglycemie. Het teveel kan veroorzaakt worden door een te hoge inname van suikers in combinatie met een slechte insuline aanmaak. Meestal komt dit voor bij diabetes patiënten die hun insuline toediening overslaan of vergeten.
Meer veel eten dan toegelaten is voor de insuline die men toedient. Bij infecties, een vermindering van bewegingsactiviteiten of het doen van minder inspannende werkzaamheden. De symptomen van een hyperglycemie treden meestal veel geleidelijker op. Dikwijls is het proces al een hele tijd bezig voor men het probleem waarneemt.
De symptomen die hierbij kunnen optreden zijn:
- een overmatig dorst gevoel
- hoofdpijn
- zich moeilijkheid kunnen concentreren
- dubbel zicht
- veelvuldig urineren
- vermoeidheid
- gewichtsverlies
Blijft deze langdurig aanwezig, dan zien we dat wondjes moeilijker gaan genezen, vaginale en huidinfecties optreden en in het ergste geval een hyperglycemische coma.