De correlatie tussen HDL-cholesterol, triglyceriden en maculadegeneratie
Gepubliceerd op 05 maart 2019 - Laatst bijgewerkt op 09 februari 2022
Laatst bijgewerkt op 9 februari 2022
Volgens nieuw onderzoek hebben HDL-cholesterol en triglyceriden respectievelijk een positieve en negatieve associatie met een verhoogd risico op leeftijdsgebonden maculadegeneratie, vooral tijdens de vroege fase ervan.
Context voor onderzoek
Maculadegeneratie of netvliesveroudering kent drie fasen. De eerste fase, ook wel vroege maculadegeneratie, houdt in dat de drusen of gele vlekjes niet waarneembaar zijn voor het blote oog. De patiënt ervaart weinig problemen in deze fase. De tweede fase, of overgangsform, houdt in dat de drusen nu wel waarneembaar zijn. Hierdoor zal men slechter zien wanneer het donker is.
De derde fase, ook wel late maculadegeneratie, toont duidelijk grotere drusen. De ene variant, ofwel droge maculadegeneratie, veroorzaakt een verslechterd zicht. De tweede variant, ofwel natte maculadegeneratie, veroorzaakt lekkende bloedvaten en beschadiging van het netvlies.[1]
Onderzoek naar maculadegeneratie
De correlatie tussen lipidenniveaus en maculadegeneratie, evenals de associatie met specifieke genetische varianten, werden geanalyseerd in een grote dataset van het Europese EYE-RISK-project, waarbij 14 studies in zeven landen betrokken waren.
Deze studie werd, net als verschillende andere onderzoeken, getriggerd door het idee dat drusen (kalkophopingen) afzettingen zijn van lipide-rijke eiwitten, wat lijkt op de vorming van artherosclerotische plaques bij hart- en vaatziekten. Systemische lipidenniveaus, evenals specifieke genen die betrokken zijn bij het lipidenmetabolisme, kunnen daarom significante correlaties hebben met drusen en vroege maculadegeneratie.
Een totaal van 4.730 personen met vroege maculadegeneratie, 2.441 met late maculadegeneratie en 23.782 niet-aangetaste proefpersonen werden geïdentificeerd in de EYE-RISK database. Lipidenniveaus en genotype-gegevens werden geregistreerd.
Er werd een positieve associatie gevonden tussen hogere HDL-cholesterol en een verhoogd risico op maculadegeneratie, met iets hogere schattingen voor vroege maculadegeneratie. Omgekeerd waren triglyceriden negatief geassocieerd met vroege maculadegeneratie en elk soort maculadegeneratie.
Dezelfde correlaties werden gevonden wat betreft de grootte en het gebied van de drusen: hogere HDL-niveaus werden geassocieerd met een grotere drusen-grootte en -oppervlak, terwijl meer triglyceriden werden geassocieerd met een kleinere drusen-grootte en -oppervlak. Een genetische analyse leidde niet tot eenduidige antwoorden.
Het meer uitgesproken risico op vroege AMD en de grotere kans op HDL-cholesterol bij grotere drusen suggereren dat lipiden een belangrijke rol spelen tijdens de vroege fase van de ziekte. Ingrijpen in deze fase van maculadegeneratie zou het meest veelbelovend zijn in het voorkomen van blindheid.
Of systemische lipiden direct invloed hebben op het lipidenmetabolisme in het netvlies of dat deze lipiden pathologische eigenschappen in het netvlies weerspiegelen, is een vraag die nog moet worden beantwoord.[2]
De behandeling van maculadegeneratie
Vroege maculadegeneratie wordt doorgaans niet behandeld omdat patiënten geen symptomen tonen. Wat je wel kan doen is stoppen met roken, meer bewegen en gezond eten (vooral vis en groene bladgroenten).
Late maculadegeneratie kan wel voorkomen door een combinatie van vitamine C, vitamine E, betacaroteen, zink en koper in te nemen. Betacaroteen kan ook vervangen worden door een combinatie van luteïne en zeaxanthine.
Bronnen
↑1 | november 2018, Facts About Age-Related Macular Degeneration |
---|---|
↑2 | 19 februari 2019, Study shows correlation between HDL, triglycerides and AMD |