Hoe kan je Carpaal Tunnel Syndroom behandelen?
Gepubliceerd op 24 april 2016 - Laatst bijgewerkt op 18 juli 2022
Laatst bijgewerkt op 18 juli 2022
Het carpaal tunnel syndroom is eigenlijk een irritatie van de nervus medianus die langs de pols loopt. Dit kan aanleiding geven tot gevoelloosheid, tintelingen, pijn en zwakte in de hand. Het treft meestal de duim, wijs en middelvinger en geeft ook ’s nachts veel last.
De nervus medianus loopt van de onderarm naar de hand, door de carpaal tunnel die zich in het centrale deel van de pols bevindt. Meestal komt het carpaal tunnel syndroom voor bij oudere vrouwen. Elke aandoening die in de pols aanleiding geeft tot een verhoogde druk op de mediane zenuw kan een carpaal tunnel syndroom veroorzaken.
De diagnose wordt meestal gesteld op basis van de klachten in combinatie met fysische en elektronische testen.
Symptomen van het carpaal tunnel syndroom
De volgende symptomen komen voor bij het syndroom, maar men moet niet alle symptomen hebben om gediagnosticeerd te worden.
- Gevoelloosheid, pijn (meestal een brandend gevoel) en tintelingen in duim, wijsvinger en middelvinger.
- De gevoelloosheid, tintelingen en pijn kunnen zich verplaatsen naar de elleboog toe.
- Zwakte in de handen waardoor men snel iets laat vallen of onvoldoende grip heeft op voorwerpen.
- De symptomen verergeren gedurende de nacht en schudden met de hand kan een tijdelijke verlichting geven.
De behandeling van het carpaal tunnel syndroom
Thuiszorg voor het carpaal tunnel syndroom: kan in milde gevallen reeds een grote verlichting geven. Om de pols in een goede houding te laten rusten kan er een pols spalk gedragen worden. Deze is afneembaar en kan men dragen in periodes dat de pijn het ergst is. Men moet zeker rekenen houden met een rustperiode van vier tot zes weken. Is het probleem na die periode niet verbeterd, dan moet men contact opnemen met een arts.
Natuurlijke middelen die de symptomen kunnen verhelpen zijn msm, kurkuma en de plant harpagophytum (duivelsklauw).
Medicatie: het carpaal tunnel syndroom is geen primair ontstekingsproces. Toch worden er omwille van de pijnklachten veel anti-inflammatoire geneesmiddelen voorgeschreven. Deze zullen dan wel de pijn verlichten maar het syndroom niet genezen.
Voor sommige mensen zal het rechtstreeks inspuiten van corticosteroïden in het carpale kanaal effectief werken. Een eenvoudige procedure die in de spreekkamer van de huisarts kan uitgevoerd worden.
Operatief ingrijpen: wanneer de niet chirurgische behandelingen falen kan men soms beslissen om operatief in te grijpen. Het is hierbij de bedoeling om de druk op de nervus medianus terhoogte van de pols weg te nemen. De ingreep gebeurt in daghospitalisatie en men mag dezelfde dag al naar huis. Aan de palmaire zijde van de pols wordt een kleine opening gemaakt waarlangs het ligament dat de carpale tunnel bedekt wordt losgemaakt. Hierdoor vergroot de ruimte in de carpale tunnel en vermindert de druk op de mediane zenuw.
De operatie is vrij veilig, maar toch moet men rekening houden met infecties, een moeilijke wondgenezing, stijfheid, wondpijn en zenuwschade. Drie tot vier weken na de operatie kan men reeds licht werk verrichten.
Fysiotherapie: kan nuttig zijn na de operatie om de zwelling, stijfheid en pijn te verminderen. Deze therapie kan ook nuttig zijn om geleidelijk de krachten in de handen weer op te bouwen zonder overbelasting
Preventie van het carpaal tunnel syndroom
Hierbij gaat men er voor zorgen de polsen niet teveel te belasten. Het preventief doen van oefeningen zal de spieren van de polsen verstevigen. Bij kantoorwerk kan een ergonomische werkomgeving de ontwikkeling van het carpaal tunnel syndroom voorkomen.