Een nieuwe ontdekking rond Parkinson impliceert “een tweede brein” in de darm
Gepubliceerd op 29 april 2020 - Laatst bijgewerkt op 10 juni 2020
Laatst bijgewerkt op 10 juni 2020
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat er een verband bestaat tussen het ontstaan van de ziekte van Parkinson en de darm. Wetenschappers van het Karolinska Institutet[1] in Zweden en de Universiteit van Noord-Carolina[2] deden hiervoor onderzoek naar het gedrag van de cellen in het zenuwstelsel van de spijsvertering.
Hoe wordt Parkinson veroorzaakt?
Parkinson wordt gekenmerkt door de celdood van neuronen die dopamine afscheiden in de hersenen, wat motorische stoornissen en andere symptomen veroorzaakt. De reden van deze neuronensterfte is niet gekend, maar één hypothese stelt dat de abnormale samenklonteringen van eiwitten, beter bekend als Lewy-lichaampjes, hiervan de oorzaak zijn.
De laatste jaren zien we een aantal overtuigende onderzoeken die het vermoeden dat Parkinson in de darm ontstaat onderschrijven. Een dierlijke studie uit 2019 [3] leverde bewijs dat de Lewy-lichamen zich eerst in de darm vormen en zich dan via de nervus vagus naar de hersenen verplaatsen.
De rol van “het tweede brein”
Dit nieuwe onderzoek naar Parkinson[4] wijst op de rol die het enterische zenuwstelsel, als regulator van het spijsverteringsstelsel, zou kunnen spelen in deze processen. Het enterische zenuwstelsel, dat bestaat uit honderden miljoenen neuronen, de grootste verzameling van het lichaam buiten de hersenen, kan onafhankelijk van het centrale zenuwstelsel werken en wordt daarom ook wel “het tweede brein” genoemd.
De auteurs van het nieuwe onderzoek bestudeerden de genexpressie bij muizen in combinatie met de menselijke genetica om systematisch celtypes te identificeren die bepaalde hersenaandoeningen ondermijnen. Ze analyseerden vervolgens hersenweefsel van zowel gezonde personen als patiënten met Parkinson, genomen in verschillende stadia van de ziekte. Veranderingen in enterische neuronen, zelfs in de vroegste stadia van de ziekteprogressie, werden ontdekt in dit nieuwe onderzoek.
“Zoals verwacht, vonden we dat dopaminerge neuronen in verband werden gebracht met de ziekte van Parkinson,” zei auteur Patrick Sullivan[5]. “Verrassender is dat we vonden dat enterische neuronen ook een belangrijke rol lijken te spelen in de aandoening, ter ondersteuning van de hypothese dat de ziekte van Parkinson begint in de darmen.”
Een andere belangrijke ontdekking
Het onderzoek van het team leverde ook nog een ander nuttig inzicht op. Door te kijken naar deze hersenweefselmonsters die op verschillende punten in het ziekteverloop werden genomen, ontdekten ze dat belangrijke steuncellen in de hersenen, oligodendrocyten genaamd, al vroeg werden beïnvloed, nog voor het verlies van de dopamineproducerende neuronen.
“Deze resultaten suggereren dat oligodendrocyten een aantrekkelijk doelwit kunnen zijn voor therapeutische interventies, omdat ze beïnvloed lijken te zijn vóór dopaminerge neuronen,” zegt Julien Bryois, senior auteur van het Karolinska Institutet, over het onderzoek.[6]
Bronnen