H. pylori: de ziektekiem achter maagzweren en kanker
Gepubliceerd op 27 mei 2018 - Laatst bijgewerkt op 24 juni 2020
Laatst bijgewerkt op 24 juni 2020
Al hetgeen we inslikken wordt uit elkaar gehaald door de zuren, de enzymen en de galzouten in onze spijsvertering. Medische wetenschappers beweerden jarenlang dat bacteriën in deze vijandige omgeving niet zouden kunnen overleven. Volgens hen zou de maagzweer een stress-gerelateerde conditie zijn die het best wordt behandeld met medicatie of via een operatie.
Onderzoek naar H. pylori
Begin jaren 1980 ontdekten twee Australische wetenschappers dat de bacterie H. pylori een van de belangrijkste oorzaken van maagzweren en maagkanker is. Deze bacterie verschanst zich in de slijmlaag van de maag en wordt zo beschermd tegen maagzuur. Bij sommige mensen leidt de combinatie van een lokale infectie en de zure maagomgeving tot een ontsteking die uiteindelijk leidt tot maagzweren en mogelijks maagkanker.
Ierse onderzoekers vonden dat de volledige uitroeiing van de H. pylori kan helpen in de strijd tegen maagzweren. In 1987 richtte professor O’Morain van het Trinity College te Dublin een studiegroep op om meer onderzoek te doen naar het organisme en richtlijnen op te stellen voor de behandeling van maagzweren en maagkanker. Het werk van O’Morain werd onderschreven op een conferentie in Washington in 1994. Op deze conferentie werd beslist dat patiënten geïnfecteerd door de bacterie behandeld moesten worden met behulp van antimicrobiële middelen.
Hedendaagse behandeling van H. pylori
We leven nu echter in het tijdperk van antimicrobiële resistentie en een toename in de prevalentie van antibioticaresistente bacteriën. Strategieën moeten dus herhaaldelijk herzien worden. In 2016 publiceerde een Ierse werkgroep een nieuw rapport met richtlijnen.
Het rapport bevat de aanbeveling dat alle patiënten met symptomen die verband houden met het bovenste deel van het maagdarmkanaal getest moeten worden op H. pylori. Onderzoek vond namelijk dat de uitroeiing van H. pylori een lange termijnbehandeling voor maagzweren biedt bij de meerderheid van mensen wiens maagzweren niet veroorzaakt zijn door medicatie.
De werkgroep stelde ook dat patiënten na de therapie een bevestigende ureumademtest moeten ondergaan omdat de uitroeiingspercentages voor H. pylori steeds meer afnemen en de symptomen geen goede indicator zijn voor het succes van de behandeling.
De behandeling van H. pylori-infectie bestaat gewoonlijk uit drie delen met antibiotica zoals clarithromycine, metronidazol en/of amoxicilline in combinatie met een geneesmiddel dat een protonpompremmer wordt genoemd (om de hoeveelheid zuur in de maag te verminderen). Deze therapie van zeven dagen blijkt heden echter niet meer relevant te zijn. Volgens richtlijnen zijn uitroeiingspercentages van minder dan 80 procent onaanvaardbaar. Om die reden beveelt de werkgroep nu een 14-daagse claritromycine-gebaseerde therapie in combinatie met een hoge dosis protonpompremmers.