Vitaminen & mineralen hebben een grote invloed op je stofwisseling
Gepubliceerd op 16 februari 2017 - Laatst bijgewerkt op 18 juli 2022
Laatst bijgewerkt op 18 juli 2022
Vitaminen en mineralen zijn stoffen die in onze voeding voorkomen en in zeer kleine hoeveelheid een grote invloed hebben op de stofwisseling. De stofwisselingsprocessen in ons lichaam hebben deze nodig voor de aanmaak van enzymen die elk hun eigen functie uitvoeren. Vitaminen en mineralen kunnen niet door het lichaam aangemaakt worden en dienen daarom uit onze voedingsmiddelen te komen.
De verschillende soorten mineralen en hun functie
De meest noodzakelijke mineralen zijn: Calcium, Fosfor, Natrium, Kalium, Chloride, Jodium, IJzer, Koper en Fluor. Wanneer deze afwezig zijn in voeding kunnen ze klachten geven en soms zelfs tot ziekten leiden.
Voor de opbouw en het onderhoud van je skelet heb je Calcium en Fosfor nodig. De spieren en zenuwen maken dan weer gebruik van Calcium en Chloride. Een goede aanmaak en werking van het bloed en de bloedcellen kan enkel door de aanwezigheid van Calcium, Kalium, Chloride, IJzer en Koper. De waterhuishouding heeft nood aan Natrium, Fosfor en Chloride. Jodium dient voor een goede schildklierwerking en Fluor zorgt voor een goed en stevig gebit.
De verschillende soorten vitaminen en hun functies
Je hebt twee soorten vitaminen, de in water oplosbare en de in vet oplosbare vitaminen. Het belang hiervan heeft te maken met de uitscheiding en de opslag ervan. Wateroplosbare vitaminen moet je dagelijks innemen en het teveel wordt via de urine uitgescheiden. De meest gekende wateroplosbare vitaminen zijn vitamine B en vitamine C.
- Vitamine B1, B2, B6 en Nicotine zuur zorgen voor een goede werking van de enzymsystemen.
- B12 en Foliumzuur voor de aanmaak van rode bloedcellen.
- Vitamine C hebben we nodig bij de afweer tegen infecties, de werking van de enzymen, de aanmaak van bijnierhormoon en een goede opbouw van de cellen.
Met vet oplosbare vitaminen moet je voorzichtig zijn, het teveel wordt dagelijks in je vetlaag opgeslagen en komt vrij wanneer je het vet verbruikt. Hierdoor kan je een overdosering krijgen die ook tot ziektes kan leiden. Vetoplosbare vitaminen zijn Vitamine A, D, E en K.
- Vitamine A zorgt voor een normale groei bij kinderen, werking en aanmaak van de huidcellen en bij het zien in het donker.
- Vitamine D zorgt voor de opname van calcium uit de darm. Het afzetten van calcium en fosfor in het bot en de afscheiding van het teveel aan calcium door de nieren.
- Vitamine K is onontbeerlijk voor een goede bloedstolling.
- Een tekort aan vitamine E zou bij zuigelingen oedeem en bloedarmoede geven.
Voedingstoffen met vitaminen en mineralen
Omdat niet alle voedingstoffen evenveel vitaminen en mineralen bevatten is het nodig om gezond en gevarieerd te eten. Ook een strikt vet vrij dieet is af te raden omdat je dan weinig of geen vetoplosbare vitaminen opneemt. Het is belangrijk de juiste vetten in je voeding te verwerken.
Onverzadigde vetten zijn even goed en veel gezonder dan verzadigde vetzuren. Visvetten zijn noodzakelijk en daarom wordt er aangeraden om twee maal per week vis te eten. De vetzuren in vis verkleinen de kans op ziekten van hart en bloedvaten. Ook neurologisch zorgen ze voor een verbetering van het geheugen en het verminderen van depressies.